Compendium R: Difference between revisions
Knorrepoes (talk | contribs) m (Text replacement - "== HERALDISCH COMPENDIUM ==↵↵Een systematisch overzicht van heraldische termen met sprekende voorbeelden bewerkt en samengesteld door H.K. Nagtegaal (2010).↵↵Dit overzicht bevat ongeveer 1500 afbeeldingen en is daarom ingedeeld in verschillende files." to "== HERALDISCH COMPENDIUM == Een systematisch overzicht van heraldische termen met sprekende voorbeelden bewerkt en samengesteld door Hans Nagtegaal in 2010. Bewerkt en beschikbaar gesteld door e...) |
Knorrepoes (talk | contribs) No edit summary |
||
Line 15: | Line 15: | ||
<gallery widths=250px heights=200px perrow=0> | <gallery widths=250px heights=200px perrow=0> | ||
File:na-Ra.jpg|Ra: Een lange stang (boom) op een vaartuig, kruisgewijs aan een mast of streng hangend en dienend om een zeil op te houden, dat met de bovenzijde eraan verbonden wordt. | File:na-Ra.jpg|Ra: Een lange stang (boom) op een vaartuig, kruisgewijs aan een mast of streng hangend en dienend om een zeil op te houden, dat met de bovenzijde eraan verbonden wordt. | ||
File: | File:unteregg.jpg|Raaf: Grote kraaiachtige zwarte <em>vogel</em> met een dikke snavel, heeft soms een ring in de bek. Heraldisch vaak moeilijk te onderscheiden van <em>kraai</em> en <em>kauw</em>. | ||
File:na-Racket.jpg|Racket: Een slagattribuut bij een balspel, lijkend op een tennisracket. | File:na-Racket.jpg|Racket: Een slagattribuut bij een balspel, lijkend op een tennisracket. | ||
File:na-Rad.jpg|Rad: Algemene benaming voor wielvormig object dat in werktuigen en aan voertuigen voorkomt. Daarom moet altijd de soort vermeld worden. Een rad heeft meestal een vierkant doorboord gat in de naaf en zes spaken; indien anders moet dit vermeld worden. | File:na-Rad.jpg|Rad: Algemene benaming voor wielvormig object dat in werktuigen en aan voertuigen voorkomt. Daarom moet altijd de soort vermeld worden. Een rad heeft meestal een vierkant doorboord gat in de naaf en zes spaken; indien anders moet dit vermeld worden. |
Latest revision as of 04:50, 4 April 2024
HERALDISCH COMPENDIUM
Een systematisch overzicht van heraldische termen met sprekende voorbeelden bewerkt en samengesteld door Hans Nagtegaal in 2010.
Bewerkt en beschikbaar gesteld door een samenwerking van het Nederlands Genootschap voor Heraldiek en Heraldry of the World
Dit overzicht bevat meer dan 1500 afbeeldingen en beschrijvingen van heraldische terminologie en is daarom ingedeeld in verschillende files.
A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - R - S - T - U - V - W - IJ - Z
Letter R
Rechtgetralied: Een vlechtwerk van horizontale en verticale latten. In de regel bestaat het uit zes stukken, die over en onder elkaar door lopen. Is er een groter aantal stukken dan worden de latten naar evenredigheid smaller en spreekt men van een rechtdichtgetralied schild. Soms zijn op de kruisingen klinknagels geslagen, wat vermeld moet worden. Als de latten schuin en schuinlinks geplaatst zijn, dan spreekt men van getralied.
Ridder: Geharnaste ruiter te paard. Vermeld moet worden of hij geheel of slechts gedeeltelijk geharnast is, of het hoofd met een helm of een stormhoed bedekt is, of de helm wel of niet met veren versierd is en of hij al dan niet een zwaard, lans of sporen draagt. Bij het paard vermelden of het gezadeld en getoomd is. De adellijke titel ridder is in Nederland pas laat ingevoerd en degenen die het zijn hebben een buitenlandse oorsprong.
Rijksadelaar: Symbool van het Duitse Rijk. In goud een enkel- zowel dubbelkoppige zwarte adelaar, rood gesnaveld, getongd en gepoot. Meestal is hij door een keizerlijke kroon overtopt, ofschoon men sommige malen elke kop afzonderlijk gekroond vindt en soms voorzien van een nimbus, borstschild etc. Op het borstschild werd het familiewapen afgebeeld van de regerende keizer. De Rijksadelaar komt zowel in het schild voor of als schildhouder met borstschild.
Rijksappel: Bol, omgord door een horizontale band waarop een verticale band met een kruis er bovenop. Soms is het kruis gepareld. d.w.z. dat de einden van het kruis van een parel zijn voorzien. Wordt in de Middeleeuwen door de keizers in de linkerhand gehouden, en betekent wereldheerschappij. Later zijn ook andere vorsten en burgers hem gaan voeren. Ook vermeld als wereldbol
Ring: Cirkelvormig voorwerp, gebruikt als sieraad of om iets doorheen te steken of aan op te hangen. Hij is zuiver rond en overal even dik. Meerdere ringen zijn soms samengevlochten. Een bewerkte ring met edelstenen word vingerring genoemd. Vogels hebben soms een ring om de poot en heten dan geringd.
Roos: Veel voorkomende heraldische bloem. Men bedoelt er altijd de (gestileerde) wilde roos mee met vijf blaadjes. Hebben de rozen minder of meer blaadjes, dan moet dit vermeld worden. Tussen de afgeronde kroonblaadjes ziet men vaak puntjes van de kelkblaadjes, die meestal groen zijn. Als die van een andere kleur zijn dan de roos zelf spreekt men van gepunt en als het hart van een andere kleur is van geknopt. Ook natuurlijke rozen komen voor. Men moet dan opgeven of zij gestengeld en gebladerd zijn. Dubbele rozen komen ook een enkele keer voor, waarbij dan een kleinere roos op de andere ligt. Plaatsingsregels.
Rouwbord: Betrekkelijk grote ruitvormige borden in lijst, opgehangen in kerken ter nagedachtenis aan een overledene. Op hout of linnen is het wapen geschilderd en bevat het meestal (maar niet altijd) de naam of de initialen van de overledene en de sterfdatum met aanduiding obiit. Als synoniem voor rouwbord wordt daarom wel van 'obit' (met één i) gesproken. Oorspronkelijk werd het aan of boven de voordeur van het sterfhuis gehangen en bij de begrafenis meegenomen naar de kerk, waar het boven het graf gehangen werd, totdat de grafsteen of tombe klaar was. Dikwijls bleef het echter ook daarna nog hangen. Tijdens de Bataafse republiek moesten alle rouwborden uit de kerken verwijderd worden, anders werden zij vernietigd, wat in veel gevallen ook inderdaad gebeurd is.
Rouwkas: Heraldisch herinneringsmonument, voornamelijk in kerken. Een rouwkas heeft een brede diepe lijst met ornamenten en afgedekt door een driehoekige ondiepe luifel, wat bij het rouwbord ontbreekt. Het vertoont het volledige wapen van de overledene, meestal met zijn 16 of 32 kwartieren, zijn naam, geboorte- en overlijdensdatum en militaire of andere rang. Met de Bataafse omwenteling in 1795 zijn er vele vernietigd en daarna zijn ze nog maar zelden opgericht.
Ruit: Langwerpige vierhoekige figuur met twee tegenover elkaar liggende scherpe en twee stompe hoeken; staat altijd op een van zijn scherpe punten. Als er meer ruiten in een schild staan en zij elkaar met stompe hoeken raken, noemt men ze aangesloten. Zijn ze zo gerangschikt dat ze elkaar met de scherpe hoeken raken, dan noemt men dat aanstotend. Er bestaan ook doorboorde, spits- en geknopte ruiten.
Ruitkrans: Wapenfiguur die min of meer op een stuk van een hertogskroon lijkt. Bekend uit het wapen van Saksen en sinds het derde kwart van de dertiende eeuw door de hertogen van Saksen gevoerd. De ruitkrans is licht gebogen en altijd schuin geplaatst. Over de herkomst en betekenis van deze wapenfiguur bestaan onder heraldici verschillende opvattingen.
Ruitvormig schild: Sinds de 13e eeuw komen schilden met een ruitvorm voor. Ze worden aanvankelijk meestal door mannen gevoerd, later ook door vrouwen. Tot in de 17de eeuw werden ruit- en ovaal schild door elkaar gebruikt door vrouwen. Vanaf de 17de eeuw gebruiken gehuwde vrouwen bij voorkeur een ovaal schild en ongehuwde een ruitschild.