Compendium M: Difference between revisions
Knorrepoes (talk | contribs) (Created page with "<center> == HERALDISCH COMPENDIUM == Een systematisch overzicht van heraldische termen met sprekende voorbeelden bewerkt en samengesteld door H.K. Nagtegaal (2010). Dit overzicht bevat ongeveer 1500 afbeeldingen en is daarom ingedeeld in verschillende files. A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - C...") |
Knorrepoes (talk | contribs) No edit summary |
||
Line 12: | Line 12: | ||
<gallery widths=250px heights=200px perrow=0> | <gallery widths=250px heights=200px perrow=0> | ||
File:na-Maalstroom.jpg|Maalstroom: Een spiraal die bij een schildrand begint en in het schildhart eindigt, voorstellende een draaikolk. Wordt zo ook genoemd. | |||
File:na-Maan.jpg|Maan: Bolvormig hemellichaam. De volle maan komt zelden voor en wordt afgebeeld als een grote zilveren schijf met een aanziend menselijk gezicht, doch zonder de stralenkrans van de zon. Wassende manen zijn echter bijzonder talrijk en worden <em>wassenaars</em> genoemd. Een maan (wassenaar) met een menselijk silhouet noemt men <em>gezichtswassenaar</em>. | |||
File:na-Maanroos.jpg|Maanroos: Een figuur die bestaat uit vier aanstotende wassenaars, die samen een vierbladige roos vormen. | |||
File:na-.jpg|Maarschalksstaf: Een fraai bewerkte <em>staf</em> als teken van waardigheid. Vaak aan de einden beslagen. Twee schuingekruiste maarschalksstaven worden wel als extern ornament achter het schild geplaatst. | |||
File:na-Madelief.jpg|Madelief: Bloemsoort, bestaande uit een witte bloem, geel geknopt. Zie ook <em>bloemen</em>. | |||
File:na-Maïskolf.jpg|Maïskolf: Aar van maïs met de door de vrouwelijke bloemen voortgebrachte zaden. Meestal goud met twee groene schutbladeren. | |||
File:na-Malie.jpg|Malie: Geledigde ruit. De naam is ontleend aan de ruit- of ringvormige stukjes metaal waaruit de vroegere maliënkolders bestonden. | |||
File:na-Maliënkolder.jpg|Maliënkolder: Pantserkleding van in elkaar gevlochten ringen, later ook van leer. De maliënkolder werd tot de 14de eeuw als wapenrusting gebruikt en daarna nog als pantserhemd onder het harnas gedragen. In het tweede kwart van de 13de eeuw begint men het maliënpantser vaak plaatselijk te versterken met ijzeren plaatstukken, het begin van de ontwikkeling van het <em>harnas</em>. | |||
File:na-Maltezer_kruis.jpg|Maltezer kruis: Kenteken van de Maltezer ridders. Elke arm is bij het snijpunt zeer smal, wordt dan naar het uiteinde breder en loopt tenslotte in twee punten uit. | |||
File:na-Mand.jpg|Mand: Gevlochten korf. De vorm is afhankelijk van het doel waarvoor deze gebruikt wordt. | |||
File:na-Manipel.jpg|Manipel: Is een deel van een priesterlijk gewaad, bestaat uit een lang-afhangend stuk stof aan de rechter beneden arm. | |||
File:na-Mensenhoofd.jpg|Manshoofd: Zie: <em>Mensenhoofd</em>. | |||
File:na-Mantel.jpg|Mantel: Halverwege de 16de eeuw kwam het gebruik in zwang om wapenschilden met een mantel te omhangen, die soms met een <em>verhemelte</em> gekroond is. De mantel, meestal van rood fluweel, gevoerd met natuurlijk hermelijn, wordt met bochten en brede plooien achter een schild gehangen. Eerst was het beperkt tot vorsten en hoge adel, doch langzamerhand begonnen ook families van minder aanzien dit te doen. Alleen koningen en keizers voeren een verhemelte boven hun mantel, maar bedekken dit altijd met hun kroon. | |||
File:na-Mars.jpg|Mars: Naam van de vierde planeet van ons zonnestelsel. Wordt door zijn natuurlijke kleur ook wel de rode planeet genoemd. | |||
File:na-Marter.jpg|Marter: Slank roofdiertje met korte poten met vijf tenen en scherpe klauwen. | |||
File:na-.jpg|Medaillon: Aan de hals van bijna elke helm hangt een medaillon, rozet of toernooipenning, aan een gouden snoer of keten. Dit gebruik dateert pas uit de 16e eeuw en begon in Duitsland. Oorspronkelijk was dit medaillon waarschijnlijk het onderscheidingsteken van een van de oude toernooigezelschappen. <em>Helm</em> | |||
File:na-Medusahoofd.jpg|Medusahoofd: Hoofd van Medusa, een van de drie Gorgonen uit de Griekse mythologie, monsterachtige vrouwelijke wezens, wier aanblik de beschouwer deed verstenen. Het wordt voorgesteld als een aanziend vrouwenhoofd met haar dat uit ineengekronkelde slangen bestaat. | |||
File:na-Plompenblad.jpg|Meerblad: Zie: <em>Plompenblad</em>. | |||
File:na-Meerkat.jpg|Meerkat: Hondaap met lange staart, staande op zijn achterpoten, van terzijde afgebeeld, vaak met geringde halsband of band om het middel, als een soort kermisaapje. Soms ook met een spiegel of met een muziekinstrument. Indien mogelijk soort aangeven. Zie ook <em>aap</em>. | |||
File:na-Meerkoet.jpg|Meerkoet: Zwarte watervogel, met een witte snavel en bles op het voorhoofd. Zie ook v<em>ogel</em>. | |||
File:na-Meerman.jpg|Meerman: Een in zee wonend fantasiewezen met het bovenlichaam van een man en een onderlichaam dat als visstaart eindigt. Dit is de mannelijke tegenhanger van een <em>meermin</em>. Meestal is hij op de een of andere manier gewapend, b.v. met <em>kromzwaard</em> en <em>rondas</em> en soms blaast hij op een schelp. Heeft meestal een <em>stormhoed</em> op en komt ook als <em>schildhouder</em> voor. | |||
File:na-Meermin.jpg|Meermin: Een in zee wonend fantasiewezen met het bovenlichaam van een vrouw en een onderlichaam dat overgaat in de staart van een vis. Als zij twee staarten heeft, wordt zij aanziend voorgesteld. Zij houdt dan met de handen haar staarten vast, die aan beide kanten omkrullen. De gewone éénstaartige meermin heeft meestal een kam in de ene en een spiegel in de andere hand. Soms baadt zij zich in een kuip en wordt dan <em>Melusina</em> genoemd, naar de tovergodin. Meerminnen kunnen <em>gevind </em>en <em>gestaart</em> zijn van een andere kleur dan het lichaam. Soms zijn zij omgord met groen loof. | |||
File:na-Mees.jpg|Mees: Kleine <em>vogel</em> van de familie der priemsnavelige zangvogels. Indien mogelijk de mezensoort opgeven. | |||
File:na-Meeuw.jpg|Meeuw: Een aan water gebonden <em>vogel</em>. Gewoonlijk met witte onderzijde, zwart-wit patroon op de vleugels en rode of gele snavel. Wordt evenals de zeemeeuw van terzijde voorgesteld. | |||
File:na-Meikever.jpg|Meikever: Een schildvleugelig insect. Meestal rechtop geplaatst op de rug gezien met de kop naar boven. | |||
File:na-Mens.jpg|Mens: Personen worden vaak aanziend afgebeeld, hetgeen altijd vermeld moet worden. Ook moet men steeds vermelden of het lichaam naakt, gekleed of geharnast is en hoe die kleding of wapenrusting er uitziet. Ook de stand van de armen dient vermeld, alsmede de eventuele aanwezigheid van een voorwerp in de hand. Vaak rust een van de armen op de heup. Ook als helmteken komen personen voor, meestal <em>uitkomend</em>. | |||
File:na-Hart.jpg|Mensenhart: Zie: <em>Hart</em>. | |||
File:na-Mensenhoofd.jpg|Mensenhoofd: Hiermee wordt bedoeld een hoofd afgesneden bij de hals. De standaardplaatsing is gewend. Men moet daarom vermelden wanneer het hoofd <em>aanziend</em>, <em>halfaanziend</em> of <em>omgewend</em> wordt voorgesteld. Soms is het <em>bekranst</em> met <em>lauriertakken</em> of omwonden met een <em>hoofddoek</em>. Ook moet men aangeven of het een mannen-, vrouwen- of kinderhoofd is, en of het hoofd bebaard is. | |||
File:na-Mercuriushoed.jpg|Mercuriushoed: Een hoed behorende tot de attributen van Mercurius, bestaande uit een soort van platte helm met vleugels. Mercurius (Grieks: Hermes) was de Romeinse god van de koophandel, de dichtkunst en de dieven. | |||
File:na-Mercuriusstaf.jpg|Mercuriusstaf: De staf die het attribuut is van Mercurius. Het is een rechtopstaande staf waaromheen zich twee toegewende slangen kronkelen en bovenaan bezet met twee vleugels. | |||
File:na-Merel.jpg|Merel: Zwarte lijster, zangvogel. | |||
File:na-Hand- of huismerk.jpg|Merken: Zie <em>Hand- of huismerk</em>. | |||
File:na-Merlet.jpg|Merlet: Een eendachtig vogeltje dat wordt voorgesteld zonder snavel en poten. Niet te verwarren met de <em>geknotte vogel</em>, die wel een snavel heeft, maar geen poten. De merlet komt als zelfstandige wapenfiguur voor, maar wordt ook gebruikt om een wapen te breken (<em>breuk</em>). De oude naam is maarle of meerle. Komt veel in Nederlandse wapens voor. | |||
File:Kriaunos.jpg|Mes: Snijwerktuig, dat sporadisch in wapens voorkomt. De vorm kan naar plaats, tijd en gebruik verschillen. Bijzondere typen van messen die in wapens voorkomen zijn het <em>haalmes, hakmes, kapmes </em>en <em>laatmes</em>. | |||
File:na-Met_afgehouwen_armen.jpg|Met afgehouwen armen: Een <em>borstbeeld</em> waarvan de armen ontbreken en de stompen nog zichtbaar zijn. | |||
File:Or.png|Metalen: De heraldiek kent slechts twee metalen: goud en zilver. Zij kunnen respectievelijk door geel en wit worden voorgesteld en in ongekleurde wapens laat men het zilver effen en geeft men het goud weer door stippen. Het is een grondregel van de heraldiek dat geen metaal op metaal geplaatst mag worden, maar steeds metaal op kleur en omgekeerd. <em>Kleuren</em>. | |||
File:na-Metselwerk.jpg|Metselwerk: Bestaat uit de zichtbare voegen in een <em>muur</em> of gebouw. Soms vormt het een wapenfiguur op zichzelf. | |||
File:na-Midashoofd.jpg|Midashoofd: Manshoofd met <em>ezelsoren</em>. Mythologisch figuur voorstellende koning Midas van Frygië wiens oren Apollo liet uitgroeien tot ezelsoren. Het Midashoofd komt als <em>helmteken</em> voor. | |||
File:na-Middenschild.jpg|Middenschild: Een schild geplaatst tussen schild en hartschild. | |||
File:na-Mijnwerkerslamp.jpg|Mijnwerkerslamp: Een ouderwetse olielamp die door de mijnwerkers gebruikt werden. | |||
File:na-Mijter.jpg|Mijter: Hoofddeksel van geestelijken, zoals: bisschoppen, kardinalen, abten en abdissen, meestal aanziend afgebeeld. De mijter is als regel wit van kleur en rood gevoerd. Men onderscheidt nu drie soorten, de eenvoudige witte mijter, de gouden mijter of mitra auriphrygiata en de kostbare, met edelstenen versierde mijter, de mitra preciosa. De grondkleur is nu steeds wit of goudkleurig, de linten roodomzoomd en soms voorzien van een kruisje. Bisschoppen begonnen in de 14e eeuw hun wapenschilden met een mijter te dekken. In Italië zette men hem terzijde op de rand, als tegenstuk van het kruis. | |||
File:na-Minotaurus.jpg|Minotaurus: Figuur voortkomend uit de Minoïsche cultuur op Kreta; heeft het hoofd van een stier en het lichaam van een mens. | |||
File:na-Mirtekrans.jpg|Mirtekrans: Krans van bladeren van de mirte: een altijd groene heester met eironde of lancetvormige bladeren. De krans is vaak beladen met bloemen. De mirte is een symbool van de liefde, het huwelijk en de vruchtbaarheid. | |||
File:na-Miskelk.jpg|Miskelk: Hostiekelk of ciborie, kelk met meestal schijfje (hostie) eruit komend. Komt veel op grafstenen van geestelijken, maar zelden in wapens voor. | |||
File:na-Mispelbloem.jpg|Mispelbloem: Ook wel Gelderse roos geheten. Heeft meestal vijf bladeren en wordt daarom veel met het vijfblad verward. De bladen van de mispelbloem zijn echter smaller en daarbij golvend. Men vindt ze ook met zes bladen, zodat het aantal bladen altijd opgegeven moet worden. Evenals bij de rozen zijn zij in de ruimten tussen de bladen meestal <em>gepunt</em>. <em>Bloemen</em>. | |||
File:na-Baggermolen.jpg|Moddermolen: Zie: <em>Baggermolen</em>. | |||
File:na-Moerbei.jpg|Moerbei: Een op een braam lijkende schijnvrucht van de moerbeiboom. Wordt afgebeeld met de steel naar boven, met de steel omlaag is hij omgekeerd. | |||
File:na-Moerbeitakje.jpg|Moerbeitakje: Gebladerde tak met vruchten van de moerbeiboom. In China en elders zijn de bladeren van de moerbeiboom het voedsel van de zijderups. | |||
File:na-Mol.jpg|Mol: Een in de grond levend, zwart, spitssnuitig zoogdier. Meestal van terzijde afgebeeld, maar ook wel op de rug gezien; staat dan rechtop met de kop naar boven en de poten zijdelings uitgestrekt; dit laatste dient vermeld te worden. De mol komt ook uitkomend uit een <em>molshoop</em> voor. | |||
File:na-Molen.jpg|Molen: Werktuig, aangedreven door de kracht van de wind of spierkracht van dieren. De windmolen wordt o.a. gebruikt voor het fijnmalen van verschillende stoffen, met name van graan, of het hevelen van water. In de heraldiek wordt meestal de achtkantige bovenkruier als watermolen afgebeeld, d.w.z. zonder omgang. Maar ook andere soorten komen voor. Zo mogelijk het type molen vermelden, anders een nauwkeurige beschrijving van de vorm geven. Meestal staan de wieken naar de beschouwer gekeerd, doch in enkele gevallen zijn ze van terzijde gezien. Een molen die niet door wind maar door dierlijke inspanning wordt aangedreven is b.v. de <em>rosmolen</em>. Ook zijn er door water aangedreven molens, zie <em>molenrad</em>. | |||
File:na-Molenijzer.jpg|Molenijzer: Een smeedijzeren kruis meestal afgebeeld in de vorm van een klein ingebogen schuinkruis met een ruitvormige opening in het midden. Een afwijkende vorm hiervan is het <em>antiek molenijzer</em>. | |||
File:na-Molenrad.jpg|Molenrad: Synoniem met water- en schoepenrad. Er zijn molens die worden aangedreven door een met water voortbewogen rad. Een <em>rad</em> heeft normaal zes spaken, indien meer of minder dan moet dit vermeld worden. Meestal heeft een molenrad zestien schoepen (schepjes) rond de velg en een vierkante naaf, dit laatste dient ter bevestiging van de as. [Van Hogendorp] | |||
File:na-Molensteen.jpg|Molensteen: Ronde gegroefde steen met een vierkant gat voor de as, waartussen het graan of andere te malen stof fijngewreven wordt. Wordt altijd met het ronde vlak naar voren afgebeeld. [Knokke, Vermoelen] | |||
File:na-Molenwieken.jpg|Molenwieken: Hulpstuk van een molen bestaande uit een molenroede met daaraan bevestigd een hek. In de heraldiek altijd afgebeeld met vier molenwieken zonder zeilen en een vierkante as. Deze worden altijd in de vorm van een schuinkruis geplaatst. | |||
File:na-Molshoop.jpg|Molshoop: Meestal los in het schild. Een door een mol opgeworpen hoopje aarde met daarin soms een uitkomende mol. | |||
File:na-Mond.jpg|Mond: Door de lippen omsloten ingang van het spijsverteringskanaal. Monden en lippen komen sporadisch voor. | |||
File:na-Monnik.jpg|Monnik: Geestelijke in pij, soms met bijbel, <em>rozenkrans</em> e.d. Men moet zo mogelijk meedelen tot welke orde hij behoort. In wapens zijn de meest voorkomende orden de <em>Benedictijnen</em> (wit), <em>Kapucijnen</em> (bruin) en <em>Franciscanen</em> (zwart). | |||
File:na-Monogram.jpg|Monogram: Letters door elkaar, soms dubbel in spiegelbeeld, op een schild met bladerkroon. Horen in de heraldiek niet thuis, maar komen niettemin voor. | |||
File:na-Monsterdraak.jpg|Monsterdraak: Draak met een manshoofd en een baard die uit een bundel slangen bestaat. Hij heeft opgeheven vleugels, twee <em>arendsklauwen</em> en een gekrulde staart. | |||
File:Austurherad.jpg|Monsters: Denkbeeldige of fantasiedieren, meestal bestaande uit onderdelen van verschillende bestaande dieren. Er zijn er meer dan honderd. | |||
File:na-Moor.jpg|Moor: Een naakte neger met lendendoek, soms gewapend met een speer of boog. Men treft hem wel als schildhouder aan. | |||
File:na-Morenkop.jpg|Morenkop: Een negerhoofd met afgesneden hals, wordt altijd van terzijde afgebeeld. Ook is hij bijna altijd omwonden met een hoofddoek en soms draagt hij hangers in de oren en paarlen om de hals. Ook een geblinddoekte variant komt voor. Dit alles moet vermeld worden. Soms blijkt bij de wapenvoerders een relatie met de West Indische Compagnie. | |||
File:na-Morgenster.jpg|Morgenster: Slagwapen uit de Middeleeuwen bestaande uit een houten knots waarop meestal een ijzeren bol met punten was bevestigd | |||
File:na-Mortier.jpg|Mortier: 1. Vuurwapen. Zeer korte vuurmond van verschillend, meestal groot kaliber, op een stoel liggend, of affuit zonder randen. 2. Ook een <em>vijzel</em> met stamper wordt mortier genoemd. | |||
File:na-Mossel.jpg|Mossel: Een plaatkieuwig weekdier. Wordt in de natuurlijke vorm afgebeeld, soms is hij geopend, d.w.z. met het diertje er nog in. | |||
File:na-Mot.jpg|Mot: Klein vlindertje met smalle vleugeltjes. Zeldzaam voorkomend in de heraldiek. | |||
File:na-Mouw.jpg|Mouw: Deel van een kledingstuk. Wordt voorgesteld als de wijde mouw van een middeleeuwse tabbaard, al dan niet met omslag. | |||
File:na-Muil.jpg|Muil: Slof, lage schoen. | |||
File:Maulbron.jpg|Muildier: Kruising van hengstezel en merriepaard. | |||
File:na-Muis.jpg|Muis: Knaagdiertje met spitse snuit, grote oren en ogen en lange, bijna onbehaarde staart. Wordt meestal springend voorgesteld. | |||
File:na-Munt.jpg|Munt: Geslagen penning, indien mogelijk de soort vermelden. | |||
File:na-Muntpers.jpg|Muntpers: Een pers waarin de muntstempels zijn aangebracht. | |||
File:na-Musket.jpg|Musket: Ouderwets geweer met pan en lont. | |||
File:na-Muts.jpg|Muts: Hoofddeksel. Komt in verschillende vormen voor, vaak als helmteken, echter meestal op het hoofd geplaatst. Als zij een spitse punt met een <em>kwast</em> hebben, worden zij <em>antieke muts</em> genoemd. | |||
File:na-Muur.jpg|Muur: Gemetselde stenen wal. Men moet vermelden of hij gekanteeld is en al dan niet de zijkanten van het schild raakt. | |||
File:na-Muuranker.jpg|Muuranker: Ook huisanker genoemd. Een smeedijzeren staaf met aan de boven- en onderkant de vorm van een <em>ankerkruis</em>; dient om steun en stevigheid aan metselwerk te geven. | |||
File:na-Muzieknoten.jpg|Muzieknoten: Tekens om de hoogte en de duur van de toon aan te duiden. Zij worden geplaatst op een <em>notenbalk</em>. | |||
</gallery> | </gallery> |
Revision as of 11:54, 17 March 2024
HERALDISCH COMPENDIUM
Een systematisch overzicht van heraldische termen met sprekende voorbeelden bewerkt en samengesteld door H.K. Nagtegaal (2010).
Dit overzicht bevat ongeveer 1500 afbeeldingen en is daarom ingedeeld in verschillende files.
A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - R - S - T - U - V - W - IJ - Z
Letter M
Maan: Bolvormig hemellichaam. De volle maan komt zelden voor en wordt afgebeeld als een grote zilveren schijf met een aanziend menselijk gezicht, doch zonder de stralenkrans van de zon. Wassende manen zijn echter bijzonder talrijk en worden wassenaars genoemd. Een maan (wassenaar) met een menselijk silhouet noemt men gezichtswassenaar.
- Na-.jpg
Maarschalksstaf: Een fraai bewerkte staf als teken van waardigheid. Vaak aan de einden beslagen. Twee schuingekruiste maarschalksstaven worden wel als extern ornament achter het schild geplaatst.
Maliënkolder: Pantserkleding van in elkaar gevlochten ringen, later ook van leer. De maliënkolder werd tot de 14de eeuw als wapenrusting gebruikt en daarna nog als pantserhemd onder het harnas gedragen. In het tweede kwart van de 13de eeuw begint men het maliënpantser vaak plaatselijk te versterken met ijzeren plaatstukken, het begin van de ontwikkeling van het harnas.
Mantel: Halverwege de 16de eeuw kwam het gebruik in zwang om wapenschilden met een mantel te omhangen, die soms met een verhemelte gekroond is. De mantel, meestal van rood fluweel, gevoerd met natuurlijk hermelijn, wordt met bochten en brede plooien achter een schild gehangen. Eerst was het beperkt tot vorsten en hoge adel, doch langzamerhand begonnen ook families van minder aanzien dit te doen. Alleen koningen en keizers voeren een verhemelte boven hun mantel, maar bedekken dit altijd met hun kroon.
- Na-.jpg
Medaillon: Aan de hals van bijna elke helm hangt een medaillon, rozet of toernooipenning, aan een gouden snoer of keten. Dit gebruik dateert pas uit de 16e eeuw en begon in Duitsland. Oorspronkelijk was dit medaillon waarschijnlijk het onderscheidingsteken van een van de oude toernooigezelschappen. Helm
Meerman: Een in zee wonend fantasiewezen met het bovenlichaam van een man en een onderlichaam dat als visstaart eindigt. Dit is de mannelijke tegenhanger van een meermin. Meestal is hij op de een of andere manier gewapend, b.v. met kromzwaard en rondas en soms blaast hij op een schelp. Heeft meestal een stormhoed op en komt ook als schildhouder voor.
Meermin: Een in zee wonend fantasiewezen met het bovenlichaam van een vrouw en een onderlichaam dat overgaat in de staart van een vis. Als zij twee staarten heeft, wordt zij aanziend voorgesteld. Zij houdt dan met de handen haar staarten vast, die aan beide kanten omkrullen. De gewone éénstaartige meermin heeft meestal een kam in de ene en een spiegel in de andere hand. Soms baadt zij zich in een kuip en wordt dan Melusina genoemd, naar de tovergodin. Meerminnen kunnen gevind en gestaart zijn van een andere kleur dan het lichaam. Soms zijn zij omgord met groen loof.
Mens: Personen worden vaak aanziend afgebeeld, hetgeen altijd vermeld moet worden. Ook moet men steeds vermelden of het lichaam naakt, gekleed of geharnast is en hoe die kleding of wapenrusting er uitziet. Ook de stand van de armen dient vermeld, alsmede de eventuele aanwezigheid van een voorwerp in de hand. Vaak rust een van de armen op de heup. Ook als helmteken komen personen voor, meestal uitkomend.
Mensenhoofd: Hiermee wordt bedoeld een hoofd afgesneden bij de hals. De standaardplaatsing is gewend. Men moet daarom vermelden wanneer het hoofd aanziend, halfaanziend of omgewend wordt voorgesteld. Soms is het bekranst met lauriertakken of omwonden met een hoofddoek. Ook moet men aangeven of het een mannen-, vrouwen- of kinderhoofd is, en of het hoofd bebaard is.
Merlet: Een eendachtig vogeltje dat wordt voorgesteld zonder snavel en poten. Niet te verwarren met de geknotte vogel, die wel een snavel heeft, maar geen poten. De merlet komt als zelfstandige wapenfiguur voor, maar wordt ook gebruikt om een wapen te breken (breuk). De oude naam is maarle of meerle. Komt veel in Nederlandse wapens voor.
Metalen: De heraldiek kent slechts twee metalen: goud en zilver. Zij kunnen respectievelijk door geel en wit worden voorgesteld en in ongekleurde wapens laat men het zilver effen en geeft men het goud weer door stippen. Het is een grondregel van de heraldiek dat geen metaal op metaal geplaatst mag worden, maar steeds metaal op kleur en omgekeerd. Kleuren.
Mijter: Hoofddeksel van geestelijken, zoals: bisschoppen, kardinalen, abten en abdissen, meestal aanziend afgebeeld. De mijter is als regel wit van kleur en rood gevoerd. Men onderscheidt nu drie soorten, de eenvoudige witte mijter, de gouden mijter of mitra auriphrygiata en de kostbare, met edelstenen versierde mijter, de mitra preciosa. De grondkleur is nu steeds wit of goudkleurig, de linten roodomzoomd en soms voorzien van een kruisje. Bisschoppen begonnen in de 14e eeuw hun wapenschilden met een mijter te dekken. In Italië zette men hem terzijde op de rand, als tegenstuk van het kruis.
Mispelbloem: Ook wel Gelderse roos geheten. Heeft meestal vijf bladeren en wordt daarom veel met het vijfblad verward. De bladen van de mispelbloem zijn echter smaller en daarbij golvend. Men vindt ze ook met zes bladen, zodat het aantal bladen altijd opgegeven moet worden. Evenals bij de rozen zijn zij in de ruimten tussen de bladen meestal gepunt. Bloemen.
Molen: Werktuig, aangedreven door de kracht van de wind of spierkracht van dieren. De windmolen wordt o.a. gebruikt voor het fijnmalen van verschillende stoffen, met name van graan, of het hevelen van water. In de heraldiek wordt meestal de achtkantige bovenkruier als watermolen afgebeeld, d.w.z. zonder omgang. Maar ook andere soorten komen voor. Zo mogelijk het type molen vermelden, anders een nauwkeurige beschrijving van de vorm geven. Meestal staan de wieken naar de beschouwer gekeerd, doch in enkele gevallen zijn ze van terzijde gezien. Een molen die niet door wind maar door dierlijke inspanning wordt aangedreven is b.v. de rosmolen. Ook zijn er door water aangedreven molens, zie molenrad.
Molenrad: Synoniem met water- en schoepenrad. Er zijn molens die worden aangedreven door een met water voortbewogen rad. Een rad heeft normaal zes spaken, indien meer of minder dan moet dit vermeld worden. Meestal heeft een molenrad zestien schoepen (schepjes) rond de velg en een vierkante naaf, dit laatste dient ter bevestiging van de as. [Van Hogendorp]
Morenkop: Een negerhoofd met afgesneden hals, wordt altijd van terzijde afgebeeld. Ook is hij bijna altijd omwonden met een hoofddoek en soms draagt hij hangers in de oren en paarlen om de hals. Ook een geblinddoekte variant komt voor. Dit alles moet vermeld worden. Soms blijkt bij de wapenvoerders een relatie met de West Indische Compagnie.