Slenaken

Revision as of 08:38, 9 September 2022 by Knorrepoes (talk | contribs) (Text replacement - "{{media}} Literatuur :" to " '''Literatuur''':")

Portaal Nederlandse Overheidsheraldiek



Portaal Nederlandse heraldiek
Netherlands.jpg

Onderdeel van:
Logo-new.jpg
Heraldry of the World

Nederlandse heraldiek:

Overzeese heraldiek:
(Engelstalig)



  • Totaal aantal pagina's: 19.131
  • Waarvan afbeeldingen: 16.550

Nederlandse heraldische verzamelobjecten
(selectie)





SLENAKEN

Provincie  : Limburg
Opheffing  : 1982 Margraten (2011 Eijsden-Margraten), Wittem (1999 Gulpen-Wittem)
Toevoegingen : -

I : 4 december 1962
"In zilver een golvende schuinbalk van azuur, aan de bovenzijde vergezeld van een dubbelarmig kruis en aan de onderzijde van een bol, beide van keel, en een vrijkwartier van goud, beladen met een dubbele adelaar van sabel. Het schild aan de achterzijde gehouden door de H.Remigius, gekleed in een alba van zilver, waaroverheen een kazuivel van keel met boordsels van goud, handen, haar en baard van natuurlijk kleur, het hoofd gedekt door een mijter van zilver geboord van goud en beladen met een gouden kruisje en omgeven door een nimbus van goud, houdend in de rechterhand de heilige ampulla van goud, waarboven een vliegende duif van zilver, en in de linkerhand een bisschopsstaf van goud."

Wapen van Slenaken

Oorsprong/verklaring

Slenaken is bekend als heerlijkheid sinds 1252. De heerlijkheid is dan in het bezit van de familie Van Sledenake, die zich dus naar de heerlijkheid had genoemd. Enige tijd later komt de heerlijkheid in bezit van de familie Van Gronsveld, die de heerlijkheid bezitten tot 1728. Kerkelijk behoorde Slenaken tot Sint Maartensvoeren (nu Belgie). De kerkpatroon is de H.Remigius, die ook afgebeeld staat op het enige bekende zegel van de schepenbank. Op het zegel houdt de heilige geen schild voor zich.De gemeente Slenaken richtte zich in december 1961 tot de Hoge Raad van Adel om een gemeentewapen te krijgen. De gemeente stuurde hierbij een ontwerp mee, gebaseerd op een aantal aspecten. Het ontwerp staat hieronder :


Het ontwerp van 1961.

Het blauwe schild met de zilveren dwarsbalk symboliseert het riviertje de Gulp, de twee dorpen, aan beide kanten van de Gulp, worden gesymboliseerd door de ster en het kruis. De ster is een algemeen teken voor een plaats en had verder geen betekenis. Het kruis is het symbool van de Zusters Sepulchrijnen (Zusters van het Heilige Graf), die een klooster hadden in de gemeente. Roind dit klooster ontwikkelde zich het dorp Kloosterkerk Hoogcruts. Het kruis werd ook aangetroffen op grenspalen van het dorp en in verschillende gebouwen.
Het vrijkwartier met de Duitse adelaar geeft aan dat de heerlijkheid Slenaken een vrije rijksheerlijkheid binnen het Duitse Rijk was.
De schildhouder is de H. Remigius, parochieheilige van het dorp. De heilige werd ook gebruikt op het zegel van de schepenbank en later van de gemeente.


Het zegel van Slenaken, gebruikt tot 1962.

De Hoge Raad van Adel had een aantal bezwaren tegen het ontwerp en na een lange correspondentie werd het wapen gewijzigd tot het uiteindelijk verleende wapen. De Raad had problemen met de kleuren en de afbeelding van het kruis. De officiële kleuren van de nonnen vertoonde ket kruis in rood op een zwarte habijt, en zonder de voet. Ook op de grenspalen stond de voet niet, wel op een afbeelding uit het voormalige klooster. Omdat een rood kruis op een blauw veld niet is toegestaan, werden de kleuren van het veld gewijzigd.De ster zonder betekenis, werd vervangen door een rode bal, afkomstig uit het wapen van het geslacht Van Gronsveld. De adelaar werd verkleind van een vrijkwartier naar een kleinere schildhoek, om het wapen niet te druk te maken. Tenslotte werd de kroon verwijderd en van de schildhouder werden enkele kleuren gewijzigd, zo werd het zalf-flesje van zilver goud gemaakt, in analogie met de wapens van Klimmen en Meerssen. Ook stelde in 1962 de archivaris van Limburg een ander wapen voor, met een combinatie van de verschillende familiewapens van de geslachten die de heerlijkheid in bezit gehad hebben. Dit leidde echter niet tot een echt ongediend ontwerp.



Briefhoofd, +/- 1980


Literatuur: Eversen en Meulleneers, 1900