Odoorn
Heraldry of the World Civic heraldry of the Netherlands - Nederlandse gemeentewapens |
ODOORN
Provincie : Drenthe
Opheffing : 1998 Borger-Odoorn
Toevoegingen : -
I : 1 april 1941
"In goud 3 aanstootende blokken van sabel, 1 en 2, en een doorsneden schildvoet van sabel op sinopel. Het schild gedekt met een gouden kroon van 3 bladeren en 2 paarlen."
II : 19 april 1972
"Gedeeld van goud en tegenhermelijn, met 3 gekanteelde torens, de middelste geopend en hoger en breder dan beide andere, verbonden door gekanteelde muren, het geheel gedeeld van sabel en goud, verlicht van keel, en waaruit over de gehele breedte vlammen van keel oprijzen. Het schild gedekt met een gouden kroon van 3 bladeren en 2 parels en gehouden door 2 wildemannen omkranst en omgord met eikenloof en in de vrije hand een knots over de schouder houdend, alles van natuurlijke kleur. Het geheel staande op een wit voetstuk."
Oorsprong/verklaring :
De blokken in het eerste wapen duiden op een ter plaatse ondekt
hunebed, de schildvoet op een door de Romeinen aangelegde veenbrug.
Het wapen werd door de gemeente niet erg aantrekkelijk gevonden
en ook weinig gebruikt.
Het nieuwe wapen beeldt de legende uit van de stad Hunsow, die op de rand van zand (goud) en veen (tegenhermelijn) heeft gelegen en die door de Noormannen verwoest zou zijn. Of de stad ooit heeft bestaan is onduidelijk, waarschijnlijk is het alleen een prehistorisch dorp. Noormannen zijn er waarschijnlijk nooit geweest. Niettemin leeft de legende in de plaatselijke folklore. De schildhouders symboliseren net als in vele andere Drentse gemeenten de prehistorische bewoning.
De geschiedenis van het verlenen van het eerste wapen voor Odoorn was een langdurige procedure. In 1938 nam mr Bontekoe contact op met de toenmalige burgemeester met het aanbod een wapen te ontwerpen voor de gemeente. De burgemeester reageert positief en aan het eind van het jaar dient Bontekoe 7 ontwerpen in. Hij gaf daarbij aan dat er weinig bruikbare historische elementen voorhanden waren, en dat de stad Hunsow 'niet erg bruikbaar was' (in 1972 ontwierp hij het tweede wapen, met juist de stad als thema). De ontwerpen waren alsvolgt :
1) Een gedeeld schild, waarop een schapenkop (zand- en veengrond, met schapenhouderij als voornaamste bestaansbron),
2) Een schild met twee smalle schildzomen (gronden) en drie hanenkoppen, voor de drie dorpen in de gemeente,
3) Een schuingedeeld schild, met boven een schapenkop, en onder gedwarsbalkt (veenkanalen), met over de verdeling een gekanteelde dwarsbalk.
4) Een gedeeld schild, met rechts 3 bijen (bijenhouderij, 3 dorpen) en links een gekanteelde dwarsbalk (de historische veenbrug),
5) Een variant van 2, met een lichte paal op een donker veld (gronden), op de paal 3 hanenkoppen (dorpen) en aan de linkerkant een dwarsbalk (veenbrug),
6) Een variant van 2, maar nu met schoorsteenijzers ipv hanenkoppen,
7) Een gedeeld schild van rood en goud (gronden), met drie bijen van het een in het ander.
De gemeente kan zich echter niet met een van de ontwerpen verenigen. De redden is dat geen van de ontwerpen typisch voor Odoorn is, en niet op een van de andere gemeenten in Drenthe kan slaan. De gemeente komt hierna met een geheel eigen ontwerp :
Het ontwerp vertoont in het bovenste kwartier een hunebed, omdat de gemeente wel 8 hunebedden telde (een record volgens de gemeente, maar Borger en Emmen hadden er meer...). Een ramskop en een ploeg voor de landbouw en in het onderste kwartier de veenbrug.
Bontekoe was niet erg tevreden met het aan hem voorgelegde ontwerp, en gaf aan de gemeente aan dat het ontwerp waarschijnlijk nooit door de Hoge Raad van Adel zou worden goedgekeurd. Na een gesprek met de burgemeester werden de kleuren aangepast en het ontwerp iets vereenvoudigd, maar het werd wel ingediend bij de Hoge Raad van Adel . De Hoge Raad van Adel reageert hierop met de verlening van het oude wapen, met een geheel andere voorstelling dus ! De ramskop en de ploeg werden gezien als overbodig en niet specifiek voor Odoorn, en het hunebed en de veenbrug werden gestyleerd. Het wapen werd niet positief ontvangen, maar wel vroeg de gemeente in 1946 een kopie aan van het diploma, omdat door brand in de oorlog het origineel verloren was gegaan.
Literatuur : Bontekoe, 1973; Hoving, 1999