Compendium B
HERALDISCH COMPENDIUM
Een systematisch overzicht van heraldische termen met sprekende voorbeelden bewerkt en samengesteld door H.K. Nagtegaal (2010).
Dit overzicht bevat ongeveer 1500 afbeeldingen en is daarom ingedeeld in verschillende files.
A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - R - S - T - U - V - W - IJ - Z
Letter B
- Na-.jpg
Baak: = Vuurbaken.
- Na-.jpg
Baak: = Vuurbaken.
- Na-.jpg
Baar : 1. Draagbaar. 2. Oude naam voor linkerschuinbalk.
- Na-.jpg
Baard: 1. Een uit haar bestaande aanwas aan de kin die zowel bij mannen als bij dieren kan voorkomen. Een dergelijk manshoofd wordt ook wel gebaard genoemd. Bij dieren die een baard hebben hoeft dit niet vermeld te worden, tenzij deze van een andere kleur is. 2. Het gedeelte van een sleutel waarmee een slot wordt open- of dichtgedraaid heet ook baard. De normale stand is gewend, anders is hij omgewend.
- Na-Baggermolen .jpg
Baggermolen : Ook moddermolen genoemd. Platte schuit met kajuit in de vorm van een huisje met een boven het gangboord uitkomend molenrad (baggerrad). [Modderman]
- Na-.jpg
Bakkersschop : = Bakkersspaan.
- Na-.jpg
Baldakijn: Koepelvormige bovenzijde van een vorstelijke wapenmantel, oorspronkelijk uit baldacstof (d.w.z. van Bagdad). In de regel staat op de baldakijn een kroon.
- Na-.jpg
Balk: = Dwarsbalk. Zie ook balken.
- Na-.jpg
Ballist: = Blijde.
- Na-.jpg
Band: Oude naam voor een schuinbalk.
- Na-.jpg
Bandelier: Schouderriem voor bevestiging van onderdelen van de wapenuitrusting.
- Na-.jpg
Banderol: 1. Ruitervaantje. 2. Spreukband. Lint met opschrift onder of boven het wapen waarop bijvoorbeeld de naam van het geslacht of een wapenspreuk onder het wapen.
Banier.: Een rechthoekige doek in een of meer kleuren aan een stok, die zich alleen door zijn vorm van de vaan onderscheidt. De oudste banieren zijn langwerpige doeken die in de lengte aan de stok bevestigd zijn. Dit doek wordt dan als veld van een wapenschild beschouwd, zodat de figuren er op dezelfde manier op weergegeven worden, doch zonder schild. In de Middeleeuwen voerden baanderheren zulke banieren. Baanderheren waren edellieden die het recht hadden hun mannen onder eigen banier ten strijde te voeren. Later krijgt de banier een vierkante vorm. In de latere wapens worden banieren dikwijls door schildhouders vastgehouden. De banier is langzamerhand door vlag en standaard vervangen. De dieren of andere figuren op banieren moeten altijd naar de stok toegekeerd zijn, daar het anders zou lijken of zij uit de banier weglopen.
- Na-.jpg
Banierschild: Vierkant schild, dat slechts zelden voorkomt.
- Na-.jpg
Banistiek: Vlaggenkunde of vexillologie. Deze discipline houdt zich bezig met de studie van vlaggen, met inbegrip van vaandels, banieren, standaarden vanen en wimpels.
- Na-.jpg
Bank: 1. Meubelstuk. Zitbank, meestal in gotische stijl. 2. Onjuiste benaming voor barensteel, door enkele oudere heraldici gebruikt.
Barensteel: Oude benamingen zijn lambel of palesteel. Heraldische bijfiguur bestaande uit een tamelijk korte dwarsstreep met drie afhangende deltavormige stukken, hangers genoemd. Als er minder of meer dan drie hangers zijn, moet dit aangegeven worden. Zijn gebruikelijke plaats is in het schildhoofd en hij is meestal blauw of rood. Hij wordt veelal gebruikt om een wapen te breken, d.w.z. om wapens van jongere zonen of takken van de hoofdstam te onderscheiden. Hij komt echter ook als zelfstandige wapenfiguur voor. In de middeleeuwse wapens is de barensteel veel strakker, een soort dwarsstreep, iets boven het midden over het gehele schild heen geplaatst met dunne rechthoekige hangers die als strepen naar beneden lopen.
Baret: 1. Plat fluwelen hoofddeksel, o.a. gedragen door professoren, predikanten en rechters. Zeldzame wapenfiguur.
2. Hoofddeksel, dat stond boven de wapens van de adel, gecreëerd door Keizer Napoleon, als teken van de adellijke rang, die aangeduid wordt door het aantal veren. Voor alle rangen was hij van zwart fluweel, bij de prinsen-grootwaardigheidsbekleders had hij een opslag van vair en zeven struisveren in een gouden veerhouder geplaatst. De hertogen hadden een zelfde baret, doch met hermelijnen opslag. Die van de graven had een opslag van tegenhermelijn, een zilveren veerhouder en vijf veren. De baronnen hadden een baret met een opslag van tegenvair en drie veren in de zilveren veerhouder; die van de ridders had een groene opslag en slechts een enkele pluim in de veerhouder. Ook de Zuidnederlandse adel maakte gebruik van baretten.Barokke schildvorm: Rijk versierd schild uit de baroktijd. Stijl die tussen de renaissance en de rococo (17de en 18de eeuw) in zwang was, gekenmerkt door overdadige vormen. De schildvorm, meestal ovaal en zonder dekkleden, heeft zich aan de heersende tijd, in dit geval de barok, aangepast. De kunsthistorische naam is kwabcartouche of kwabornament.
- Na-.jpg
Basilicus: = Basilisk.
Basilisk: Ook basilicus genoemd. Een fantasiefiguur die de kop, borst en poten van een haan heeft, de tong van een slang en de vleugels van een vleermuis. Het slangvormige onderlijf eindigt in een pijlpunt. Soms is hij gekamd, geleld en getongd van een andere kleur, wat aangegeven moet worden. [Van de Blocquerij]
- Na-.jpg
Bastaard: Bastaarden moesten hun wapen breken ter onderscheiding van legitieme kinderen. Van een uniform systeem was daarbij, zeker inhet begin, geen sprake. In ons land voerden in de Middeleeuwen bastaarden soms een geheel effen schild met het wapen van de vader op een herautstuk: een vrijkwartier of schildhoek. Het vrijkwartier kon soms zo groot zijn dat het veld gereduceerd was tot een door een schildvoet ondersteunde linkerpaal. Bastaarden voerden ook wel het wapen van de vader met een schuinstaak of schuinbalk, als breuk, of een geheel ander wapen dan het stamwapen.
- Na-.jpg
Bebloed: Wapenfiguren die met bloed bevlekt zijn.
Beer: 1. Roofdier dat zowel gaande, staande, klimmend en opgericht, als zittend afgebeeld wordt. In het laatste geval moet worden aangegeven of de voorpoten al dan niet op de grond rusten. Soms is hij gehalsband, gemuilband en geketend, wat aangegeven moet worden.
2. Ook een mannelijk varken wordt beer genoemd. [De Beer, Van Beresteyn, Hazart]- Na-.jpg
Bekleed: Een arm waarvan de hand uit de mouw steekt noemt men bekleed. [Kelderman]
- Na-.jpg
Bekranst: Een hoofd is soms bekranst met lauriertakken. [Van de Blocquery]
- Na-.jpg
Beladen: Een schild is beladen met stukken en deze stukken, vooral herautstukken, kunnen ook weer met andere voorwerpen beladen zijn. Men spreekt dan van overladen.
- Na-.jpg
Belletje: Bolvormig voorwerp met aan de bovenzijde een oogje en aan de onderzijde gedeeltelijk open. Belletjes werden vroeger aan de kleren gedragen. Uit die tijd dateren ook de dekkleden met belletjes. De belletjes komen ook zelfstandig in het schild voor. Men vindt ze ook bij valken en andere vogels, met loshangende riemen of linten aan de poten vastgemaakt of alleen met ringen van metaal rond de poten. [Van Colen de Bouchout, Van Rappard]
- Na-.jpg
Bemmel: Schaakstuk dat in het schaakspel bekender is onder de naam “roch”, een voorloper van wat tegenwoordig de schaaktoren is. In de heraldiek wordt dit wordt ook wel in plaats van bemmel gebruikt. Roch is afgeleid van het Perzische “rukh”, wat staat voor olifant met boogschutters. In de heraldiek heeft de bemmel de vorm van een burcht met twee uitkomende afgewende samengevlochten wassenaars. [Culemburg, De Kock]
- Na-.jpg
Ben: = Bun.
- Na-.jpg
Benedenafsnijding: Zie rechter- of linkerbenedenafsnijding.
- Na-.jpg
Benedictijn:
Monnik met witte pij, soms afgebeeld met bijbel of rozenkrans. Indien een monnik met staf wordt afgebeeld, is er sprake van een abt. [Munnik] - Na-.jpg
Berenklauw: Klauw van een beer, soms afgebeeld met de zool naar voren. Dit laatste moet vermeld worden. [De Guaso, Oosterhof]
- Na-.jpg
Berenpoot: Voorpoot met klauw van een beer. Ook hier geldt: indien afgebeeld met de zool naar voren, moet dit vermeld worden. [Cluvers, Kaldenbach]
- Na-.jpg
Bergen: Komen in verschillende vormen voor, zowel natuurlijk als gestileerd. Natuurlijke bergen rijzen hoog op in het schild en eindigen meestal in een spitse top. Soms staan zij los in het midden van het veld, maar in de meeste gevallen beginnen zij in de benedenschildhoeken. Dit moet dus altijd vermeld worden, evenals het aantal toppen. Een lage berg, met afgeronde top(pen) wordt heuvel genoemd. Hebben de bergen een steile afgehakte vorm, dan heten zij rotsen. Drie halfronde bergen naast elkaar, in gestileerde vorm, waarvan de middelste het hoogst, worden een drietoppige heuvel genoemd. [Van Eijbergen, Van Ringelenberg]
- Na-
- Na-
- Na- Besloten: Stukken die door een binnenzoom omringd worden noemt men besloten.
- Na- Beuk: Loofboom met eigen heraldische vorm.
- Na- Beurtelings gekanteeld: Een stuk waarvan beide lijnen zo gekanteeld zijn, dat de basis van elke tinne (kanteel) te staan komt tegenover de ruimte tussen de twee tegenoverliggende tinnen.
- Na- Binnenvaartsanker: Binnenvaartsschippers gebruikten soms een anker met één (enter)arm en het dwarshout ontbrak.
- Na-
- Na- Blijde: Ook ballist genoemd. Belegeringswerktuig waarmee zware stenen binnen belegerde objecten konden worden geslingerd. Heeft een eigen heraldische vorm.
- Na- Bloedkleur: Oneigenlijke heraldische kleurnuancering, die vrijwel uitsluitend in Duitse heraldiek voorkomt. Bij arcering wordt de bloedkleur aangegeven met verticale en schuinlinkse lijnen over elkaar.
- Na- Blok: = Vierkant.
- Na- Bokadelaar: Adelaar met bokkenkop.
- Na- Bokhaan: Haan met bokkenkop. Wordt ook wel geitenhaan genoemd.
- Na- Bolgedekt: Een schildhoofd is bolgedekt, als de onderzijde van de dekkende streep naar boven is gekromd. Is de streep naar beneden gekromd dan spreekt men van holgedekt.
- Na- Bolkruis: Verkort kruis met een bol aan elk eind. Vroeger ook appelkruis genoemd.
- Na- Bonenstaak: Lange stok waarlangs klim- of staakbonen zich omhoog winden. De staken kunnen samengebonden zijn.
- Na- Bontvair: Variëteit van vair, waarbij de klokjes afwisselend gekleurd zijn met in totaal twee kleuren en twee metalen. Bijvoorbeeld zwart, zilver, rood en goud. Hierdoor ontstaat een bont geheel. Bontvair komt vooral in Engelse wapens voor.
- Na- Boom van natuurlijke kleur: Men spreekt hiervan indien de boom afgebeeld is in de kleuren die deze in de natuur heeft.
- Na- Bord: Schijfvormig voorwerp met rand, met name om te eten of iets aan te bieden. Wordt toegepast bij producenten van borden.
- Na- Breedvoetig kruis: Een kruis waarvan elk eind van de armen verbreed uitloopt.
- Na- Brouwersstaaf: = Brouwersspaan.
- Na- Brouwkuip: Grote houten kuip, waarin het gemalen mout met water wordt vermengd en uitgetrokken, vaak in de vorm van een afgeknotte kegel.
- Na- Buis: 1. Kledingstuk voor mannen, dat het bovenlijf van hals tot middel bedekt.
- Na-
- Na-.jpg
Buste: Vrouwelijk beeld dat het hoofd met schouders vertoond, al dan niet met borsten. Bij mannelijke personen spreekt men meer van borstbeeld.