Kapelle
Heraldry of the World Civic heraldry of the Netherlands - Nederlandse gemeentewapens |
KAPELLE
Provincie :Zeeland
Opheffing : -
Toevoegingen : 1816 Eversdijk, 1941 Schore (ged), 1970 Kloetinge (ged), Wemeldinge
I : 15 juli 1818
"Gevierendeeld, het eerste en vierde van zilver beladen met een kerk in natuurlijke verwen, rustende op een onderstuk van rood, beladen met het getal 14 in Romeinscheletters van goud; het tweede en derde van goud beladen met een zwarte keper en drie zwarte sterren met zes punten, geplaatst 2 en 1."
II : 25 januari 1950
"Gevierendeeld : I in zilver een kerk in natuurlijke kleuren met een schildvoet van keel, waarin het getal 14 in Romeinse cijfers van goud, II in goud een keper van sabel, vergezeld van 3 zespuntige sterren van hetzelfde, geplaatst 2 en 1, III in sabel 3 kepers van zilver, waaroverheen in het schildhoofd een barensteel met 3 hangers van keel, IV in zilver een everzwijn van sabel, lopend over een grasgrond van natuurlijke kleur. Het schild gedekt met een gouden kroon van 3 bladeren en 2 parels."
III : 8 mei 1970
"Gevierendeeld : I in keel een verkort schuinkruis van goud, II in goud een keper van sabel, vergezeld van 3 zespuntige sterren van hetzelfde, III in sabel 3 kepers van zilver, waaroverheen in het schildhoofd een barensteel van keel, IV in zilver een everzwijn van sabel op een losse grond van sinopel; een hartschild van zilver met ee kerk met aan de rechterzijde een toren van keel, en met daken van azuur, staande op een schildvoet van keel, met het getal 14 in Romeinse cijfers (XIIII) van goud. Het schild gedekt met een gouden kroon van 3 bladeren en 2 paarlen."
Oorsprong/verklaring
De verschillende onderdelen van het wapen kunnen alsvolgt verklaard
worden :
- De kerk is sprekend voor Kapelle, de oorsprong van het getal 14
is echter onbekend.
- De keper met de sterren is het oude wapen van de heerlijkheid Biezelinge, dat
zelf nooit een eigen gemeente is geweest.
- De overige kwartieren zijn gelijk aan de wapens van de opgehven
gemeenten Eversdijk (everzwijn), Schore (kepers met barensteel) en Wemeldinge (kruis).
In het archief van de Hoge Raad van Adel bestaat een uitgebreide correspondentie over het wapen van Kapelle. Bij de aanvraag van het wapen van 7 maart 1815 wordt vermeld dat het wapen van Kapelle een kerk is en van Biezelinge een keper, zoals op de wapenkaart in de Cronijk van Zeeland. Verder wordt er melding gemaakt van een zegel met een gevierendeeld wapen namelijk I en IV Kapelle, II en III Maalstede (wapen een St. Andrieskruis, waarover een dwarsbalk, zie baarsdorBaarsdorp]]), samen met het wapen van de Heer Pieter Tuyl van Serooskerke, heer van Kapelle en Biezelinge rond 1600 (wapen : drie brakkenkoppen, geplaatst 2 en 1, zie Serooskerke (Schouwen)). Aangezien het slot Maalstede niet meer bestond en de familie Tuyl niets meer met de gemeente te maken had, werd het wapen als gevierendeeld schild Kapelle en Biezelinge aangevraagd. Het wapen werd vervolgens door de Hoge Raad van Adel vastgesteld als alleen Kapelle, bovendien werd het wapen van Kapelle Duiveland toegekend. De gemeente stuurde vervolgens op 13/8/1817, 17/9/1817 en 15/12/1817 brieven waarin met verontwaardiging werd gesproken dat de gemeente nog geen wijziging van het wapen had ontvangen. Na een bevestiging van een mondelinge afspraak (brief 10/6/1818) werd uiteindelijk een nieuwe tekening ingezonden. Deze tekening werd uiteindelijk officieel verleend als wapen voor Kapelle (Beveland), waarna de gemeente in haar laatste brief van 5 augustus 1818 weigert om nogmaals de leges te betalen, aangezien die al voor het foute wapen betaald waren.
Het wapen in de Oldenkott albums +/- 1910 |
Het wapen in de Koffie Hag albums +/- 1930 |
De wapens van Kapelle, Biezelinge en Eversdijk (zie aldaar) zijn allen al vermeld in de Cronijk van Zeeland. Waar de keper van Biezelinge vandaan komt is niet bekend.
Contact and Support
Partners:
Your logo here ?
Contact us
© since 1995, Heraldry of the World, Ralf Hartemink
Index of the site
Literatuur : Smallegange, 1696; Van den Bergh, 1878; Archief Hoge Raad van Adel , Schutte, 1976