Noordeind- en Geerpolder: Difference between revisions

From Heraldry of the World
Jump to navigation Jump to search
m (Text replacement - " " to " ")
m (Text replacement - "{{media}} Literatuur :" to " '''Literatuur''':")
Line 25: Line 25:
De onderste helft werd gevuld met een elzenstruik met bladeren en oude zaadproppen: het beeld dat de boom vertoont in de voorzomer. Het is een typische representant van het moerasbos dat grote oppervlakten veen bedekte vóór de mens de wildernis beter in cultuur had gebracht door waterbeheersende maatregelen te treffen.
De onderste helft werd gevuld met een elzenstruik met bladeren en oude zaadproppen: het beeld dat de boom vertoont in de voorzomer. Het is een typische representant van het moerasbos dat grote oppervlakten veen bedekte vóór de mens de wildernis beter in cultuur had gebracht door waterbeheersende maatregelen te treffen.
{{media}}


[[Civic Heraldry Literature - Netherlands (Heraldische literatuur - Nederland)|Literatuur]] : Bontekoe, 1971.
[[Civic Heraldry Literature - Netherlands (Heraldische literatuur - Nederland)|'''Literatuur''']]: Bontekoe, 1971.





Revision as of 06:06, 9 September 2022


Portaal Nederlandse Overheidsheraldiek



Portaal Nederlandse heraldiek
Netherlands.jpg

Onderdeel van:
Logo-new.jpg
Heraldry of the World

Nederlandse heraldiek:

Overzeese heraldiek:
(Engelstalig)



  • Totaal aantal pagina's: 19.249
  • Waarvan afbeeldingen: 16.668

Nederlandse heraldische verzamelobjecten
(selectie)




NOORDEIND- EN GEERPOLDER

Provincie : Zuid Holland
Opheffing : 1979 Aarlanden (1994 Oude Rijnstromen (2005 Rijnland))
Toevoegingen  : 1878 Geerpolder, Noordeindsche Polder

I : 2 december 1970 "Doorsneden; I gedeeld; a. in keel negen gouden ruiten, in twee rijen, 5 en 4, elke rij aaneengesloten; b. in goud een groot-uitgeschulpt schuinkruis van sabel; II in zilver een uitgerukte elzenstruik van sabel met bladeren van sinopel en opengesprongen zaadproppen van sabel. Het schild gedekt met een gouden kroon van drie bladeren en twee parels."

Wapen van Noordeind- en Geerpolder

Oorsprong/verklaring

In het gebied van dit waterschap overheerste oudtijds klein grondbezit, in gebruik bij boeren-eigenaren, Het cultuurland was laag gelegen en de schuiten die de landbouw- en veehouderijprodukten naar de stad ter markt brachten, voerden zand- en pootaarde (van de bagger- en mestvaalten der steden) mee op de terugreis, want het land moest telkens worden opgehoogd en verbeterd.

De diepe uitvening die sinds 1530 in zwang was gekomen maakte het moeilijker de bestaansbnonnen in stand te houden want de telkens groter en talrijker wordende veenplassen veroorzaakten grote wateroverlast.

In 1570 ontstond een plotselinge crisis in de waterhuishouding van Rijnland die o.a. aanleiding werd om de Katwijkse uitwatering in studie te nemen. Hoog water in de winter was normaal, maar half april moest het cultuurland weer droog zijn. In genoemd jaar echter stond begin juni het water nog in de woningen der veendorpen, zodat een paarmalen per dag gehoosd moest worden. Eten voor het vee ontbrak, de dieren liepen tot de knieën in het water en vertrapten wat er nog over was van de grasmat. Bepoldering was het enige redmiddel.

Vanwege de ingelanden werd een adres gericht tot dijkgraaf en hoogheemraden van Rijnland om een bemalen polder te mogen stichten. Het verzoek werd in de kerk van Ter Aar op zondag 21 mei 1570 afgekondigd. Er kwam geen oppositie en reeds op zaterdag 27 mei. werd namens het college vergunning tot de bepoldering gegeven door de commissarissen-hoogheemraden van Rijnland Jan van der Does en Vincent van Lochorst.

Voor de waterstaatkundige toestand van de streek was dit een uitermate belangrijke gebeurtenis en er was derhalve alle aanleiding om dit in het wapen tot uitdrukking te brengen door gebruik te maken van de wapens der zo bijzonder snel handelende hoogheemraden; de ruiten van het wapen van der Does (zie ook Leimuiden) en het uitgeschulpte kruis van Van Lockhorst (zie ook Schiedam, Leusden).

De onderste helft werd gevuld met een elzenstruik met bladeren en oude zaadproppen: het beeld dat de boom vertoont in de voorzomer. Het is een typische representant van het moerasbos dat grote oppervlakten veen bedekte vóór de mens de wildernis beter in cultuur had gebracht door waterbeheersende maatregelen te treffen.


Literatuur: Bontekoe, 1971.