's Gravenhage: Difference between revisions
Knorrepoes (talk | contribs) No edit summary |
Knorrepoes (talk | contribs) m (Text replacement - "{{nl}}" to "") |
||
Line 1: | Line 1: | ||
''''S GRAVENHAGE / DEN HAAG''' | ''''S GRAVENHAGE / DEN HAAG''' |
Revision as of 05:42, 26 December 2022
'S GRAVENHAGE / DEN HAAG
Provincie : Zuid Holland
Opheffing : -
Toevoegingen : 1923 Loosduinen
Stadsdelen met wapen zonder eigen gemeente geweest te zijn : Kijkduin, Scheveningen
I : 24 juli 1816
"Van goud beladen met een oijevaar in deszelfs natuurlijke kleur, houdende in deszelfs bek een paling. Het schild gedekt met eene kroon van goud waarop 13 paarlen en vastgehouden door 2 leeuwen van goud."
NB : de paling is van sabel, de parels staan op stiften en de leeuwen zijn omziend.
II : 19 oktober 1954
"In goud een stappende ooivaar van natuurlijke kleur in deszelfs bek een paling van sabel. Het schild gedekt met een antieke gravenkroon en gehouden door 2 omziende leeuwen van goud."
Beide wapens zijn identiek, alleen is het tweede wapen verleend om de verschillen tussen de tekst en de officiële tekening weg te werken.
III : 9 mei 2012
In goud een stappende ooievaar van natuurlijke kleur, houdend in de bek een paling van sabel. Het schild gedekt met een antieke gravenkroon en gehouden door twee omziende leeuwen van goud. Wapenspreuk: VREDE EN RECHT in Latijnse letters van goud op een lint van sinopel.
Oorsprong/verklaring
Den Haag ('s Gravenhage) vormde tot het einde der 13e eeuw een onderdeel van de heerlijkheid Monster. Wanneer de kerk en het Haagambacht zich officieel van Monster hebben afgescheiden is niet met zekerheid te zeggen, het is omstreeks 1275-1285 geweest. De eerste schriftelijke vermelding dateert in ieder geval uit 1291.
De oudste vermelding van een schout en schepenen van Den Haag dateert uit 1302, het is dus waarschijnlijk dat direct bij de afscheiding een schepenbank is opgericht. Het is waarschijnlijk dat er toen ook een zegel is gevoerd, maar dat zegel is verloren gegaan.
Het oudste bewaarde zegel dateert van 27 maart 1307. Het vertoont een kasteel met 3 torens, de middelste hoger dan beide andere, aan ieder kant geflankeerd door een boomgroep. Deze voorstelling blijft tot in de 19e eeuw op zegels voorkomen en slaat waarschijnlijk op de grafelijke burcht. Het zegel wordt langdurig gebruikt en tot 1416 zijn er 28 exemplaren van bekend. Inmiddels is er al wel een tweede zegel in gebruik genomen met dezelfde voorstelling, zij het in een andere uitvoering (afbeelding 1). Het is voor het eerst bekend uit 1369 en wordt tot 1555 gebruikt. Er zijn vele tientallen exemplaren van bewaard.
Afbeelding 1 : Het tweede zegel van Den Haag. Afdruk uit 1470. (Uit : Mensonides, 1966, afbeelding 2) |
In het eerste kwart van de 15e eeuw wordt een kleinzegel in gebruik genomen, met dezelfde voorstelling, eveneens in een iets andere versie. Het is bekend van 1422 tot 1500. Vanaf 1501 is een nieuw zegel bekend, met opnieuw een andere versie van de bekende voorstelling. Afdrukken zijn alleen bekend vanaf 1501 tot 1509. Van 1516-1525 was een nieuw kleinzegel in gebruik met de bekende voorstelling. Hetzelfde geldt voor een zegel in gebruik van 1529-1581. Het bijbehorende tegenzegel, bekend van 1561-1568 vertoont een poortgebouw, zonder bomen.
In 1586-87 wordt de opdracht gegeven tot het vervaardigen van drie geheel nieuwe zegels, allen in gebruik tot 1658-59. Het grootzegel vertoont een poortgebouw, bekroond door 3 kantelen, met ter weerszijden twee forse ronde torens, eveneens gedekt met kantelen. Achter de poort rijst een grotere toren op, gedekt met 4 kantelen. In de poortopening een valhek, waaronder een stappende ooievaar met een paling in de bek (Afbeelding 2). Dit is het eerste zegel met de ooievaar.
Het geheel wordt geflankeerd door 2 bomen. Het zegel ter zaken en het kleinzegel vertonen vrijwel dezelfde voorstelling, alleen bevindt de ooievaar zich niet in de poortopening, maar op de linkertoren. Op de rechtertoren bevindt zich de Hollandse leeuw.
Afbeelding 2: Het eerste (groot)zegel van Den Haag met een ooievaar in de poortopening. Afdruk uit 1658. (Uit Mensonides, 1966 Afbeelding 8) |
Na 1658-59 zijn geen stukken bekend met een Haags zegel, tot de vervaardiging van een nieuw grootzegel in ongeveer 1718. Het zegel vertoont wederom een poortgebouw, met een er achter oprijzende toren, het geheel geflankeerd door 2 bomen. Op beide torens van de poort bevinden zich nu 2 aanziende ooievaars, met een paling in de bek (Afbeelding 3). In 1795-1798 werden nog 2 kleinere zegels met dezelfde voorstelling gesneden en gebruikt.
Afbeelding 3 : Het grootzegel met twee ooivaars met een paling in de bek. Moderne afdruk. (Uit: Mensonides, 1966, afbeelding 11) |
In 1810 gebruikt de gemeente een zegel met het wapen van Lodewijk Napoleon, omgeven door een keten , waaraan de wapenschilden van de 5 provincies, alsmede het wapen met de ooievaar onder de schildpunt. Na de inlijving in het keizerrijk worden kleine zegels met alleen de Franse adelaar gebruikt.
Tijdens de Napoleontische tijd werd aan 's Gravenhage het recht verleend (14-04-1813) om het wapen te voeren, waarvan de omschrijving luidde:
" Van goud, met een ooievaar in natuurlijke kleuren, houdende in de snavel een zwarte slang, met het schildhoofd der goede steden, dat is van rood met 3 bijen faasgewijs geplaatst van goud. Als stadskleuren de kleuren van het schild. Als uitwendige versieringen van het gezegde wapen : een muurkroon met 7 kantelen, overtopt door een uitkomende adelaar als helmteken, alles van goud, ondersteund door een faasgewijs geplaatste bliksemschicht van hetzelfde, geplaatst boven het schildhoofd en waarvan 2 festoenen afhangen, dienende als dekkleden, de één rechts van eikenloof, de ander links van olijfloof van goud, geknoopt en omvlochten door rode linten".
Den Haag was samen met Amsterdam en Rotterdam, een van de weinige steden in het Franse Keizerrijk dat een wapen van de eerste klasse mocht voeren.
Blijft de vraag waar de ooievaar vandaan komt. Al in rekeningen van 1352-54 wordt een post vermeld voor het maken van ooievaarsnesten. Hoewel de vogels later veel overlast veroorzaakten, mochten ze steeds blijven. Er waren zelfs speciaal mensen aangesteld voor de verzorging. Ook wanneer een paartje stierf werden ze direct weer vervangen. Deze traditie duurde voort tot in ieder geval het midden der 19e eeuw.
Het wapen in het Wapen- en Vlaggenboek van Gerrit Hesman uit 1708
Het wapen in de Oldenkott albums +/- 1910
Het wapen in de Koffie Hag albums +/- 1930
Het wapen op een Willem II bandje
Het wapen op een Newa bandje
Het wapen op een HEMA lucifersetiket
Het wapen in de Wappen-Sammlung (+/- 1910)
Het wapen in de Abadie albums
Het wapen in een 1930s album
Het wapen in de Duits album +/- 1910
Het wapen in de Duits kwartetspel +/- 1910
Het wapen in Scheveningen (bron)
Het wapen in Scheveningen (bron)
Het wapen op een heraldische tegel
Het wapen op een heraldische tegel
Het wapen op een heraldische tegel
Het wapen op een heraldische tegel
Het wapen op een heraldische tegel
In 2012 werd de wapenspreuk verleend omdat de stad en zijn inwoners zich al meer dan honderd jaar inzetten voor het internationale recht.
Een leuk, echter onwaarschijnlijk, volksverhaal luidt aldus:
In de middeleeuwen is ooit het dak van de Ridderzaal in brand gevlogen. Op het dak nestelde een ooievaar met drie jongen. De ooievaar vloog heen en weer van en naar het nest om de jongen op een andere plek in veiligheid te brengen. Bij het halen van het derde jong is de ooievaar in de vlammen gebleven. De burgers van Den Haag waren zo onder de indruk van deze 'zelf opofferende broedzorg', dat de ooievaar in het wapen is vereeuwigd.
Een minder heroisch verhaal, een grapje zonder enige historische achtergrond, vergelijkt het karakter van de Hagenaar met het uiterlijk van de ooievaar: "hoog op de poten en een grote bek".
Waarom de ooievaar in den Haag zo´n grote belangstelling had is niet meer te achterhalen, noch hoe de ooievaar in het wapen is beland. De oudste afbeelding van een wapen met de ooievaar dateert uit 1541, dus zo´n 40 jaar voor de ooievaar in zegels verschijnt. Hierna verschijnt de ooievaar regelmatig in allerlei al dan niet officiële stukken uit Den Haag. Sinds 1669 verschijnt het op drukkersvignetten gehouden door 2 leeuwen en gedekt door een kroon. In 1735 worden de leeuwen aanziend. De kroon wisselt nogal, eerst een gravenkroon (10+3) in 1682, in 1735 een normale kroon, in 1740 weer een parelkroon (8+3). Op vroedschapspenningen uit de periode na 1718 maakt het wapen een vergelijkbare ontwikkeling door. Ook op afbeeldingen in het gemeentehuis, aangebracht op meubilair en schilderijen komt het wapen voor gehouden door 2 leeuwen en met een parelkroon (10+3). Verder bestaan er nog afbeeldingen op een drukkersmerk (met 3 leeuwen rond het wapen ) en een afbeelding met Justitia en Prudentia als schildhouders. In de Franse tijd wordt het wapen verleend, zoals boven beschreven. Na de onafhankelijkheid werd het oude wapen in alle ere hersteld, zij het dat het niet geheel conform de historie werd bevestigd. Dit werd in 1954 hersteld.
English
The Hague, Den Haag (official name 's Gravenhage) belonged to the end of the 13th century to the Estate of Monster. Around 1275 's Gravenhage became a separate village and a council is mentioned in 1302. The oldest known seal of the village dates from 1307. The seal showed a castle with three towers, flanked on both sides by some trees. The castle was the castle of the Counts of Holland, the trees are a canting element, hage means hedge or small forest (the name means the small forest of the counts [of Holland]).
The second seal of the village dates from the 14th century and shows a similar composition.
During the 15th and 16th centuries many different seals have been used, all with still the same composition.
In 1586/7 a new seal was made. This seal again showed a (much larger) castle, but with in the gate a stork holding an eel in its bill. A similar small seal of the early 17th century also shows the stork, but now on the left tower of the castle, with the lion of Holland on the other tower.
The last seals of the village date from the 18th century, all showing again a tower, but now with a stork on each tower, as the County Holland had ceased to exist in the 17th century.
The stork first appeared on the arms of the village in 1541, approx. 120 years before its appearance on the seals. Ever since the stork has been the symbol of the village. Initially the arms consisted only of a single shield. During the centuries there have been many variations, with different supporters, with different crowns.
's Gravenhage received its first official arms in 1813 by Napoleon at the same time as the city rights. The arms showed the stork, but in a chief three bees, the symbol of a city of the first rank in the French Empire.After the Dutch independence the arms were again granted in 1817, but without the chief and in the historical colours. In 1954 the blazon was slightly adjusted, as the original blazon was not in accordance with the official drawing.
It is still unknown why the stork was chosen as a symbol for the city. Storks, however, were very common in the village and were well taken care off. It is not know what caused this tradition. Already in 1352-54 the village register mentioned costs for making nests for the local storks. Even though they were often mentioned as pests, they were always allowed to nest in the village. Actually, sometimes an official 'keeper of the storks' was appointed.
Literatuur: Gijsberti Hodenpijl,1897; Mensonides, 1966; (met dank aan Falco van Delft, Valkenswaard, over de volksverhalen mbt de ooievaar); Campardon, 1889.
Contact and Support
Partners:
Your logo here ?
Contact us
© since 1995, Heraldry of the World, Ralf Hartemink
Index of the site