Groenlo
Portaal Nederlandse Overheidsheraldiek
Portaal Nederlandse heraldiek |
Onderdeel van: Heraldry of the World |
Nederlandse heraldiek:
Overzeese heraldiek:
|
Nederlandse heraldische verzamelobjecten
|
GROENLO
Provincie : Gelderland
Opheffing : 2005 Oost Gelre
Toevoegingen : -
I : 20 juli 1816
"Van lazuur beladen met een klimmende leeuw van goud."
Oorsprong/verklaring
De leeuw is oorspronkelijk de leeuw van Gelre. Groenlo verkreeg in 1277 stadsrechten van Reinald van Gelre. Het oudst bekende stadszegel, dat waarschijnlijk uit het begin van de 13e of eind van de 12e eeuw dateerd (de oudste afdruk dateert uit 1325) vertoont een boom, waaraan het wapen van Gelre is gehangen. Op het oorspronkelijke zegel stonden nog de blokjes, die ook in het wapen van Gelre voorkwamen. Het latere geheimzegel van de stad vertoonde alleen een losse leeuw.
Van Groenlo zijn nog een paar andere wapens bekend, allen met een boom en daterend uit de 17e eeuw. De oorsprong van dit wapen is niet bekend. Enerzijds kan het zijn dat de eerste auteur (de latere afbeeldingen zijn waarschijnlijk van de eerste afgeleid) het oude zegel heeft genomen en daar het Gelderse wapen uit heeft verwijderd. Dit is in lijn met de traditie aan het begin van de 17e eeuw, waarbij afstand werd gedaan van de landsheerlijke wapens. Anderzijds kan het ook een soort sprekend symbool zijn. Groenlo zou dan verklaard worden als groene plek. Ook is het mogelijk dat de boom als rechtssymbool is opgenomen. Groenlo was de hoofdplaats van een uitgebreid gerechtsgebied. Behalve op 17e eeuwse kaarten komt er nog een boom voor op een schilderijtje in het stadhuis, daterend van 1743. Later werd de boom niet meer gebruikt.
Het wapen in een 16e eeuws manuscript |
Tenslotte is er nog een afbeelding van het wapen in het manuscript Schoemaker uit de 18e eeuw; hierbij is het wapen gedeeld, met in I de leeuw en in II in zilver een boom van sinopel. Hier zijn dus beide elementen gecombineerd.
Het wapen in de Oldenkott albums +/- 1910 |
Het wapen in de Koffie Hag albums +/- 1930 |
Briefhoofd 1985 en 1999 |
Literatuur: vdBergh, 1878; Steenbergen, 1982a; Schoemaker, 17??