Kerkwijk
Portaal Nederlandse Overheidsheraldiek
Portaal Nederlandse heraldiek |
Onderdeel van: Heraldry of the World |
Nederlandse heraldiek:
Overzeese heraldiek:
|
Nederlandse heraldische verzamelobjecten
|
KERKWIJK
Provincie : Gelderland
Opheffing : 1999 Zaltbommel
Toevoegingen : 1955 Gameren, Hurwenen (ged), Nederhemert (ged)
I : 10 september 1923
"In keel 3 palen van paalvair en een schildhoofd van goud beladen met eenen gaanden leeuw van keel."
II : 28 december 1960
"In keel 3 palen van vair en een schildhoofd van goud beladen met een gaande leeuw van keel."
Oorsprong/verklaring :
Afgeleid van het wapen van de familie De Cocq. Het wapen De Cocq
is een afgeleide van het wapen van Châtillon, zie hiervoor
de beschrijving onder Hardinxveld.
De familie De Cocq had bezittingen op diverse plaatsen in de gemeente, nl Kerkwijk, Bruchem en Delwijnen. Kerkwijk kwam waarschijnlijk al in 1265 aan Rudolf van Châtillon, Bruchem en Delwijnen worden in 1294 genoemd als lenen van Gerrit de Cock (een kleinzoon van Rudolf van Châtillon). In latere eeuwen zijn de heerlijkheden overgegaan in andere handen. De heerlijkheid Kerkwijk en Bruchem wordt in 1610 gesplitst.
Bij het ontwerp van het wapen in 1923 werd het basiswapen Châtillon gebruikt, met in het schildhoofd de toevoegingen van de verschillende takken, die in de gemeente van belang waren. Rechts zou de uitkomende leeuw van De Cocq van Bruchem, heren van Kerkwijk en Bruchem, moeten komen, links een ruiterspoor van De Cocq van Delwijnen. Deze herkenningstekens zijn terug te vinden op zegels van de verschillende geslachten. De Hoge Raad van Adel maakte echter bezwaar, aangezien niet bewezen kon worden det de familie De Cocq van Dewijnen daadwerkelijk met de heerlijkheid Delwijnen was beleend. Wel heeft de familie grote invloed gehad in Delwijnen, waarschijnlijk als onderheren onder de heren Van Vianen. Hierdoor eist de Hoge Raad van Adel dat het spoorrad wordt verwijderd.
Het oudste zegel van Gerrit de Cocq van Bruchem dateert uit 1391 en vertoont in het schildhoofd een leeuw met een ruiterspoor op de borst. De Hoge Raad vond dat te gedetailleerd en wenste alleen een leeuw. Echter een uitkomende leeuw is onmogelijk gezien de gelijkenis met Est en Opijnen. Als voorstel wordt daarom een gaande leeuw voorgesteld, wat de goedkeuring van de gemeente kan wegdragen.
Dit wapen wijkt nogal sterk af van het wapen van de gelijknamige ambachtsheerlijkheid. Die werd op 7 oktober 1818 bevestigd in het gebruik van het volgende wapen :
"In zilver een kerk met aan de linker kant een toren, van keel, gedakt van azuur, staande op een losse grond van sinopel."
Dit is een sprekend wapen. Onduidelijk is of de heerlijkheid dit wapen ook in vroeger tijden had gevoerd.
De heerlijkheid Bruchem voerde eveneens een eigen wapen, namelijk :
Een gedeeld schild, I van zilver, II van keel, waarover een rad
van het een in het ander. De naaf van het rad is van goud. Boven
het rad staan 3 blokjes van keel, onder 3 van zilver.
Het is mogelijk dat dit rad afkomstig is van het wapen van Gerrit de Cocq van
Bruchem, zie boven.
Het gemeentewapen is dus noch identiek aan de wapens van de verschillende familiewapens, noch aan dat van de opgeheven heerlijkheden.
In 1960 werd voor de nieuwe gemeente het wapen herbevestigd. Nederhemert voerde eveneens een wapen gebaseerd op het Châtillon wapen, Gameren voerde een geheel ander wapen. Ook Gameren is echter een bezit geweest van een tak van de familie de Cocq (de Cocq van Waardenburg). Aangezien alle dorpen in de gemeente ooit in bezit geweest zijn van het geslacht de Cocq, was een wapenwijziging niet nodig.
Contact and Support
Partners:
Your logo here ?
Contact us
© since 1995, Heraldry of the World, Ralf Hartemink
Index of the site
Literatuur : Dumont en Kleijnen, 1992